Tijdens de nieuwjaarsreceptie van de gemeente is het prestatiecontract tussen de gemeente en woningcorporaties Brummen en Sprengenland Wonen gesloten. Volgens Geert van Klinken is er geen sprake van een prestatiecontract maar een vrijblijvende intentieverklaring. Het was een mooi persmoment. De vraag rijst of dit niet erg veel voor de bühne was. Sinds het forum van 10-1-2013 weten wat het “prestatiecontract” inhoudt. Welke prestaties zijn nu eigenlijk afgesproken? Men wil elkaar op de hoogte houden, met elkaar samenwerken, de woningmarkt monitoren bla bla bla. Maar dat zijn geen prestaties.
Van Dale zegt over een prestatie: Dat wat men presteert. Wikipedia omschrijft het iets nauwer: Iets bereiken, werk verrichten. Het volbrengen van een gesteld doel of verplichting. Waar kunnen we in het prestatiecontract lezen, welke prestaties de woningcorporaties hebben geleverd wanneer we in 2016 zijn aanbeland? De PvdA kan ze niet vinden.
De woningmarkt verkeert in een ernstige crisis. Als gevolg van jarenlange speculatie moeten we nu met een shocktherapie terugkeren in de realiteit van werkelijke reële prijzen voor verhuur, woningbouw en grond. Het prestatiecontract laat veel te veel ruimte voor goed bedoelde intenties maar werkt onvoldoende aan een gerichte herstructurering van huur- en koopmarkt.
Het bij het prestatiecontract behorende collegevoorstel geeft duidelijk aan waartoe de gemeente zich verplicht. Alleen geld reserveren voor het actualiseren van de woningvoorraad (hoeveel huizen er moeten komen en welke, senioren, gezinswoningen, etc.) Dat is wel erg mager van wethouder Bruning, die ook al niet veel enthousiasme voor de woningbouw in onze gemeente uitdraagt naar de provincie. Geen concrete afspraken met de woningcorporaties over het aantal sociale huurwoningen. Er zijn al duidelijke tekenen dat er een toename van vraag naar huurwoningen gaat komen. Een koopwoning is en wordt voor velen onbereikbaar. Met het inleveren van koopkracht en toename van werkloosheid zal er de komende jaren een stijgende vraag naar huurwoningen komen. Wat zijn hierover de afspraken?.
In dit prestatiecontract staat alleen dat we goed met elkaar moeten overleggen en begrip hebben voor elkaars situatie. Maar dit zijn toch dingen die vanzelfsprekend zijn bij een goede relatie tussen de corporaties en de gemeente.
Tal van andere en meer concrete afspraken hadden gemaakt moeten worden om beweging in de woningmarkt te stimuleren! Juist nu het moeilijk is moet je dat doen, dat is een opdracht aan een lokale overheid. Het college loopt weer achter de feiten aan. De gemeente had kunnen onderzoeken of bijvoorbeeld erfpacht in onze lokale markt een bijdrage kan leveren, had tenminste concrete afspraken over het minimumpercentage sociale woningbouw bij nieuwbouw kunnen vastleggen, had de woningcorporaties moeten uitdagen om te laten zien hoe ze meer differentiatie in woningen op locatie kunnen ontwikkelen. De recent gerealiseerde locatie aan ’t Haagje in Eerbeek als goed voorbeeld.
De 14 pagina’s tellende nota van het prestatiecontract had beter terug gebracht tot maximaal één A4-tje met pure afspraken waar men elkaar gericht aan kan houden en op kan beoordelen. Dan dwingen we elkaar tot het werkelijk bereiken van doelen. Iets waar we ons bij de volgende evaluatie in 2014 op zouden moeten richten.
Als dit prestatiecontract de voorbode is van de dadendrang van het college, wat moeten we ons dan gaan voorstellen van de 100.000 euro kostende toekomstvisie?
© Geert van Klinken Fractievoorzitter