Tijdens de verkiezingen was de ontwikkeling van het centrum van Eerbeek voor alle partijen een belangrijk thema. Dat er iets moest gebeuren en het liefst snel, was een jaar geleden nog voor iedereen duidelijk.
Echter de realiteit, zoals meer en strengere wetgeving, vooral op het gebied van geur en geluid, de verschillende belangen van de industrie, de projectontwikkelaar, de ondernemers, de provincie en de gemeente stonden een snelle besluitvorming in de weg. Hoe neem je dan inwoners van de gemeente Brummen en in het bijzonder Eerbeek mee in een complex verhaal, want inmiddels nam de druk, maar ook het ongeloof in Eerbeek steeds grotere vormen aan.
Des te vreemder bleek de tegenstand van VVD en D66 tijdens de raadsvergadering van 23 april jl. D66 en vooral de VVD hadden grote bezwaren tegen het gepresenteerde programma “Ruimte voor Eerbeek”. Zoals het CDA terecht opmerkte, heeft de VVD in de vorige periode al 4 jaar de tijd gehad om te bouwen en tijdens de verkiezingen stonden er grote borden van de VVD in het centrum van Eerbeek met “bouwen nu!”
Die belofte blijkt dus flinterdun geweest te zijn.
D66 kan zich vinden in het programma, maar wil toch meer tijd om de plannen uit te werken. Ondanks de uitvoerige toelichting en uitleg door Wethouder van Ooijen bleef het verzet tegen de Centrumplannen.
De PvdA kent geen twijfel , de belangen van de industrie en de werkgelegenheid zijn leidend, het staat voor ons vast dat wie Eerbeek zegt ook papier zegt. Gaat het goed met de papierindustrie dan gaat het met Eerbeek goed.
De ambitie die het programma uitspreken zijn groot, de doelen zijn helder, de samenhang en de onderlinge relaties zijn goed in kaart gebracht en de risico’s zijn onderkend.
Het college van CDA, LB en PvdA heeft uiterst zorgvuldig gemanoeuvreerd, de belangen goed geschat en daarbij een uiterst realistisch scenario aan de raad voorgelegd.
Kortom, in het 4e kwartaal van 2015 moet de schop de grond in!
Betoog wethouder Eef van Ooijen tijdens de raad van 23 april