Er gaat de komende tijd heel wat veranderen in het sociaal domein. Vele taken op het gebied van de jeugdzorg en de AWBZ en de uitvoering van de participatiewet, taken die tot nu toe door het Rijk of de provincie gedaan worden, worden gedecentraliseerd oftewel op het bordje van de gemeente gelegd. De gemeente krijgt echter wel minder geld, want men verwacht dat gemeenten het goedkoper kunnen, omdat ze dichter bij de burger staan. Dat in de kadernota hier vier bladzijden aan gewijd worden is terecht, maar wat het college nu gaat doen, wat de ideeën zijn, wat de inzet is, wat de voorwaarden zijn en met wie, we lezen er niets over. Dus diende de PvdA een motie in: Motie drie transities.
Al deze veranderingen en de samenhang daartussen wordt de transitie genoemd. Bij deze transitie wordt meer van de burger verwacht. De burger zal eerst oplossingen in de eigen omgeving moeten zoeken, bij de familie, buren of ergens in anders in het dorp.
Als nergens hulp geboden kan worden of de hulp te complex is, kan men een beroep doen op de gemeente. In de Kadernota wordt wel haarfijn aangegeven wat de financiële grenzen zijn, maar hoe de gemeente de naderende veranderingen gaat aanpakken is nog nergens beschreven. En dat wordt wel tijd. De maatschappij moet om het maar populair te vertalen, worden klaar gestoomd voor het wassen van de rug van de buurman. Het Sociaal Cultureel Planbureau trekt in een recent artikel aan de noodrem. We kunnen niet zomaar een beroep doen op de solidariteit van burgers met hun omgeving. Dat moet georganiseerd worden door de overheid. De raad voor maatschappelijk ontwikkeling zegt hierover: “Verzorgingsstaat en actieve burgerij zijn geen communicerende vaten”. Als overheid kun je niet zeggen; ik trek me terug, dus zullen de burgers het wel overnemen. Die gedachte had de PvdA-fractie al op 7 mei 2011 bij het opstellen van het initiatiefvoorstel Brummense Bondgenoten door Maaike Jeronimus Dit voorstel werd unaniem door de raad gesteund. Het zou goed zijn inhoud te geven aan Brummense Bondgenoten en juist daaraan een goed vervolg te geven.
Wethouder Bruning vond de motie overbodig. Er werd hard aan gewerkt en is dus bestaand beleid. De PvdA-fractie zet daar haar vraagtekens bij. Tot op heden heeft het college nog weinig laten zien. Donderdag 20 juni is er een informerende raadsbijeenkomst waar dit onderwerp uitgebreid aan de orde komt. De PvdA-fractie kijkt daar reikhalzend naar uit.