Manon is 15 jaar, ze is al meerdere keren van huis weggelopen en spijbelt vaak van school. Ze maakt deel uit van een vriendengroep, die een verkeerde invloed op haar heeft. De ouders proberen met Manon te praten en haar te laten inzien dat het belangrijk is om je school af te maken, maar Manon luistert niet. Als de problemen zich opstapelen en de ruzies thuis steeds erger worden vragen Manon en haar ouders om hulp. Manon gaat in dagbehandeling bij een instelling voor jeugdhulp.
Dit is een verzonnen voorbeeld van een situatie waarin het in een gezin niet zo lekker loopt. Als een kind dan (tijdelijk) hulp buitenshuis krijgt, moeten de ouders een financiële bijdrage betalen. Dat is al jaren zo.
Daarnaast zijn er ook andere redenen waarom een kind hulp en steun buitenshuis krijgt. Het kan zijn dat een kind lichamelijke klachten heeft en daarom in een ziekenhuis verblijft. Deze zorg valt onder de verantwoordelijkheid van zorgverzekeraars en daarvoor hoeft geen ouderbijdrage te worden betaald. Het kan ook zijn dat een kind psychiatrische klachten heeft. Stel dat Manon een vriendin heeft, Lydia genaamd. Lydia heeft anorexia en haar gewicht daalt soms tot een zorgwekkend niveau. De ouders proberen met Lydia te praten en haar te laten inzien dat het belangrijk is om op een gezond gewicht te blijven, maar Lydia is niet bij machte om haar gewicht op niveau te houden. Wanneer er een levensbedreigende ondervoeding ontstaat, vragen Lydia en haar ouders om hulp. Lydia gaat een dagbehandeling volgen in een instelling voor kinderpsychiatrie. Daarvoor hoefde tot voor kort geen ouderbijdrage te worden betaald. Tot 1 januari 2015, want vanaf die datum is er een splitsing gemaakt: de zorg voor lichamelijke klachten bij kinderen blijft een verantwoordelijkheid van de zorgverzekeraars en is gratis. De hulp bij psychiatrische klachten van kinderen, ook wel jeugd-GGZ genoemd, is een verantwoordelijkheid van de gemeenten geworden. En daarbij geldt dat er een ouderbijdrage moet worden betaald als er sprake is van behandeling buitenshuis.
De afgelopen weken is op landelijk niveau een discussie ontstaan over de vraag of een ouderbijdrage in de jeugd-GGZ wel terecht is. Deze discussie is op gemeenteniveau terecht gekomen, door ingediende moties bij de gemeenteraden, ook in de gemeente Brummen. De gemeente wordt daarin opgeroepen om deze ouderbijdrage niet te innen. Een belangrijk argument daarbij is het ongerechtvaardigde verschil dat nu ontstaan is tussen de ouders van een kind met lichamelijke klachten die géén ouderbijdrage moeten betalen en de ouders van een kind met psychiatrische klachten die wél een ouderbijdrage moeten betalen.
Maar hoe zit het dan met de ouders van een kind met jeugdzorg? Waarom is er nu géén politieke aandacht voor de ouders van Manon die een ouderbijdrage moeten betalen en gaat alle aandacht uit naar de ouderbijdrage die de ouders van Lydia moeten betalen? Wat is het verschil tussen Manon en Lydia?
Het is goed dat de ouderbijdrage ter discussie staat, want als een kind hulp nodig heeft dan moet deze hulp geboden worden. Het is overigens niet de gemeenteraad die dat beslist, dit is een beslissing die op landelijk niveau moet worden genomen. Ik hoop dat daarbij de ouderbijdrage voor álle kinderen in de discussie wordt betrokken, want ieder kind telt!