De eerste ervaringen met de decentralisaties

8 februari 2015

Vanaf januari 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor het uitvoeren van veel meer taken op het gebied maatschappelijke ondersteuning (WMO), Jeugdzorg en arbeidsparticipatie (Participatiewet): de zgn. 3D’s. Daarvoor werd een wijkteam opgetuigd: het Team Voor Elkaar. De Brummense gemeenschap kijkt met argusogen naar de ontwikkelingen in onze gemeente.
Tijdens het februariforum deed Mark Waaijenberg, de man die het hele proces begeleidt (de kwartiermaker), uitgebreid verslag over de eerste ervaringen van het team.
De meeste contacten zijn telefonisch (500 keer). Dit zijn niet 500 afzonderlijke burgers, want sommige zaken vergen meerdere telefonische contacten met een burger. Daarnaast hebben 50 burgers gebruik gemaakt van het inloopspreekuur. 75% gaat over de WMO en 15% betreft jeugdzaken.
Het is ook zichtbaar, dat onze inwoners weet hebben van de veranderingen. Al 150 mensen hebben zelf contact gezocht met het team Samen goed voor elkaar, omdat hun WMO- of andere indicatie afloopt. Ruim 90 gesprekken hebben inmiddels al plaatsgevonden.

Team voor elkaar

In het team zitten mensen die ervaring hebben vanuit verschillende disciplines: vanuit de jeugdzorg (bureau Centrum jeugd en gezin en bureau Jeugdzorg), Mee (begeleiding mensen met een beperking), maatschappelijk werk (SWB) en verslavingszorg (Tactus) en vanuit de “oude” WMO (ambtenaren van de gemeente Brummen), in totaal 11 mensen. De heer Waaijenberg kon nog weinig zeggen over de vragen met betrekking tot de arbeidsparticipatie. De uitvoering van de participatiewet wordt vanuit Apeldoorn gedaan. Binnenkort worden er afspraken gemaakt hoe het team en de consulenten de activiteiten met elkaar gaan afstemmen. De PvdA zou nog wel willen bekijken of Brummen de participatiewet niet zelf kan uitvoeren. Hier liggen volgens ons kansen.
De “breedte” van dit team wordt b.v. door artsen als prettig ervaren. De lijnen zijn hierdoor zeer kort in tegenstelling tot gemeenten die de verschillende onderdelen apart georganiseerd hebben.
De PvdA vindt dit een goede zaak. Juist de dwarsverbanden tussen de Participatiewet, de WMO en de jeugdzorg kan dit team zo beter vormgeven en moet volgens ons kostenbesparend gaan werken zonder de kwaliteit van de zorg aan te tasten.
De heer Waaijenberg meldde dat er in relatie tot de landelijke commotie in onze gemeente weinig gedoe is met de Persoonsgebonden budgetten (PGB’s).
De start ziet er positief uit, al is men er nog lang niet. Zo moet de wijkverpleegkundige nog een plek krijgen. Het is ook positief dat er binnen het team behoefte aan verdieping van specifieke kennis. Dat getuigt van een goede instelling van de medewerkers.
Hoe gaat het wijkteam zich verder ontwikkelen? Wordt het een team dat op buurtniveau de eerste vraagbaak voor de bewoners wordt? De verwachting is dat op deze manier hulpvragen eerder boven tafel komen. Lekker dichtbij met een goed gesprek aan de “keukentafel” waarin zij overleggen welke zorg er in de specifieke situatie nodig is? Of wordt het bureaucratisch instituut dat alleen beoordeelt? Op de vraag van Cathy Sjerps wat de verhouding is tussen het actief ín de wijk zijn en achter het bureau zitten kon de heer Waaijenberg helaas (nog) geen antwoord geven. De PvdA is voorstander van een proactieve houding. Gaat het team ook de wijk in, bellen de teamleden aan en gaan ze in gesprek met mensen?
Willen we als gemeente slagen om deze zware klus tot een goed einde te brengen en nog iets te kunnen betekenen voor kwetsbare groepen, dat zal het team volgens de PvdA op zoek moeten gaan naar de dwarsverbanden tussen de WMO, jeugdzorg en Participatiewet. Het ziet er naar uit dat het team die weg ingeslagen is.